Grenswijs ondersteunt organisaties in het opstellen van beleid grensoverschrijdend gedrag. Dit beleid omvat best drie niveaus om effectief te zijn: het kwaliteitsniveau, het preventieniveau en het reactieniveau.
Medewerkers hebben nood aan een beleidskader om hun doelgroep te begeleiden. Een kader dat expliciteert hoe de organisatie wil dat er wordt omgegaan met (seksuele) integriteit geeft medewerkers daarbij een mandaat en richting. Daarom is aandacht voor het kwaliteitsniveau een essentiële stap in het opstellen van beleid. Dit kader opent de ogen en laat beleidsmakers en intermediairs inzien dat de doelgroep een basisrecht heeft op (seksueel) welbevinden, welzijn, ontwikkeling, …
Soms werkt een organisatie pas naar aanleiding van een incident een beleid uit. Het gevaar is dan groot dat de organisatie enkel focust op een reactiebeleid of preventiebeleid en geen aanknopingspunten biedt voor een positieve beleving.
Onderdelen van een kwaliteitsbeleid kunnen zijn:
De beleidsmatregelen op het preventieniveau bouwen verder op de visie en maatregelen van het kwaliteitsniveau. Ze gaan daarbij dieper in op het herkennen van risicovolle situaties en investeren in acties om deze risico’s te verminderen of weg te werken.
Grensoverschrijdend gedragen psychosociale risico’s voorkomen, dat is de focus van de middelste laag van de driehoek. Op dit niveau ga je mogelijke oorzaken na, definieer je waar de grootste risico’s liggen en bepaal je waar je het als organisatie net goed doet.
Neem maatregelen die het (seksueel) welbevinden, de manier van omgaan met elkaar en de algemene sfeer positief beïnvloeden. Denk aan aantrekkelijke activiteiten, verbindende communicatie, rekening houden met privacy...
Neem zoveel mogelijk aanleidingen, frustraties en risico’s weg. Denk aan een veilige infrastructuur, richtlijnen voor slecht nieuwsgesprekken, wachttijden inperken, … .
De maatregelen op het reactieniveau bouwen verder op die van het preventieniveau en bepalen hoe er met een incident kan worden omgegaan en welke nazorg, leerkansen en herstel er moet voorzien worden.
Op dit niveau stippel je uit wat je als organisatie moet doen als er een incident is.
Waar en bij wie kunnen je medewerkers en je doelgroep terecht in het geval van grensoverschrijdend gedrag? Wie kan beroep doen op welke dienstverlening? Wat met tijdelijke werknemers, vrijwilligers of stagiairs?
Hoe breng je mensen op de hoogte van deze kanalen, wordt hier correct en duidelijk over gecommuniceerd? Hoe reageer je als getuige of omstaander en hoe als leidinggevende?
Is er (psychologische) begeleiding voorzien voor slachtoffers en plegers? Zijn er sancties voorzien en/of opgenomen in het huis- en arbeidsreglement?
De verschillende tools op Grenswijs spelen in op de drie beleidsniveaus.
De tools ‘over de grens?’, ‘schat de ernst in’ en ‘hoe reageer je?’ doen je nadenken:
Bij elke casus kom je te weten welke beleidsaspecten nodig zijn om op dit gedrag te reageren, dit te voorkomen en te streven naar het verhogen van het (seksueel) welbevinden.
Deze drie niveaus vind je ook terug in de quickscan. Doe de quickscan en kom te weten waar je organisatie beleidsmatig kan op inzetten. De resultaten van de quickscan kan je meteen omzetten in het beleidsplan, waar je het resultaat van denkoefeningen kan neerschrijven en nadien verspreiden onder collega’s en gebruikers.