Een verzorgende komt aan huis voor hulp aan een cliënt. De man opent de deur en komt verward over. Hij praat luid, onsamenhangend en lijkt gedronken te hebben. De verzorgende twijfelt, maar gaat toch binnen. Eenmaal binnen, doet de man de deur op slot en begint tegen haar te roepen. Hij neemt haar pols vast en duwt haar hardhandig tegen de muur.