Seksualiteit hoort bij het leven, en seksueel gedrag doet zich in veel contexten voor. Maar tegelijk leeft er nog veel taboe, schaamte en schuld rond. Mensen zullen dus niet snel opkomen voor eigen behoeftes op dat vlak. Professionals kunnen ruimte geven aan die wensen en verlangens door het taboe eraf te halen en de bespreekbaarheid te verhogen.
Om de aandacht duurzaam in te bouwen in het beleid, moet seksueel welbevinden op vele vlakken explicieter op de agenda staan, bijvoorbeeld:
Als je de inschatting hebt gemaakt dat het seksueel gedrag aanvaardbaar is (en dus niet grensoverschrijdend), dan betekent dit dat het gedrag mag bestaan.
Kinderen en jongeren zijn immers ook seksuele wezens, net zoals volwassenen. Seksualiteit maakt deel uit van het leven en krijgt in verschillende levensfasen een andere betekenis.
Het is voor kinderen en jongeren belangrijk om te kunnen experimenteren. Dit maakt deel uit van hun seksuele ontwikkeling, waarbij ze leren om seksualiteit, lichamelijkheid en intimiteit in hun leven te integreren.
Verkennend gedrag vormt dus een noodzakelijke bouwsteen, een basis voor latere intieme contacten en relaties.
Van nature uit kunnen we misschien denken dat het niet nodig is om op gepast seksueel gedrag te reageren.
Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij een meisje van zes jaar alleen in de tuin is en door haar kleren heen aan haar geslachtsdeel friemelt.
We weten dat dit gedrag gepast is voor haar leeftijd/ontwikkeling (cfr. normatieve lijst), ze is namelijk haar lichaam aan het ontdekken door middel van zelfstimulatie.
Hier is het dan niet nodig om bijvoorbeeld te reageren dat je haar door het venster hebt gezien, omdat zij hierdoor het gevoel zou kunnen krijgen dat ze begluurd wordt.
Maar evenzeer bestaan er situaties waarin het juist goed is om wél op het gepast seksueel gedrag te reageren.
Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat twee jongeren (die beiden 16+ zijn) seksuele handelingen met elkaar stellen (met wederzijdse toestemming en afwezigheid van dwang) op een gepaste plaats (waar ze alleen zijn) en dat een begeleider per ongeluk de deur opent en hen betrapt.
Een eerste reactie van de opvoeder kan bestaan uit het zich verontschuldigen voor het schenden van hun privacy, door niet eerst te hebben aangeklopt en te wachten op toestemming om de deur te mogen openen.
Het aanbieden van de excuses impliceert een leereffect waarmee de opvoeder het signaal benadrukt dat privacy hoog in het vaandel wordt gedragen.
Daarnaast zou de opvoeder op een later moment het gedrag dat hij heeft waargenomen, kunnen bevestigen door te zeggen: “Goed dat jullie dit op jullie kamer doen, daar hebben jullie privacy.”, en er eventueel nog aan toevoegen dat de jongeren zeker mogen aangeven wanneer er bezoek is op hun kamer zodat ze in de toekomst niet meer ongewenst gestoord kunnen worden.
Soms is een eerste, spontane reactie niet de meest pedagogisch adequate reactie. Dat is menselijk. Wanneer dit gebeurt, is het belangrijk om daar later op terug te komen. Ook dit kan een leereffect teweegbrengen.
Met bovenstaande situatie willen we aantonen dat het belangrijk is om ook over seksueel gedrag te praten zonder dat dit vasthangt aan bepaald probleemgedrag.
Onze ervaring leert dat er soms gedacht wordt dat er enkel op seksualiteit gereageerd moet worden als het om verontrustend seksueel gedrag, of seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat. Maar niets is minder waar.
Als jongeren weten dat ze over oké seksueel gedrag kunnen praten, kan dit een vertrouwen creëren voor moest een groene situatie toch geel, rood, of zwart worden. Ze weten dan dat ze hierover in gesprek mogen en kunnen gaan.
Als er over normale seksuele en relationele ontwikkeling kan gesproken worden, zal ook het bespreken van seksueel grensoverschrijdend gedrag gemakkelijker zijn.
Het is niet omdat het seksuele gedrag gesteld door de jongere(n) volgens de wet en volgens het Vlaggensysteem als aanvaardbaar wordt gedefinieerd, dat dit ook door het beleid van de voorziening als aanvaardbaar wordt beschouwd.
Als het intern seksualiteitsbeleid regels en afspraken voorschrijft die gangbare groene-vlagsituaties verbieden, is het belangrijk om dit onderscheid ook duidelijk te benoemen voor de betrokkenen: “Je hebt geen seksueel grensoverschrijdend gedrag gesteld, maar de regels binnen onze voorziening laten het niet toe dat je dit doet.”
Sowieso kan zo’n moment dé aanleiding zijn om de regels en de organisatie te herbekijken op dat vlak, en professionals en teams toe te laten hier creatiever naar oplossingen te zoeken.