Een gedragscode is een praktisch hulpmiddel om de sfeer, welzijn en de veiligheid in je organisatie te bevorderen. Je beschrijft hoe je verwacht dat mensen met elkaar omgaan.
Hoe strikt en uitgebreid je gedragscode is hangt af van de behoefte en de vraag van je organisatie. In de strikte zin heeft een gedragscode een expliciet en formeel karakter. Er staat meer in dan alleen maar huisregels en het is niet vrijblijvend.
Iedereen moet er zich aan houden en er staan afspraken in wie erop toeziet dat ze nageleefd wordt, en hoe. Expliciet en formeel hoeft niet per se saai te zijn. Met wat creativiteit kunnen regels bij iedereen blijven hangen. Dat kan met posters, briefkaarten of filmpjes.
Je kunt je code algemeen houden: welk gedrag is wenselijk om het welzijn en de veiligheid van het personeel en onze doelgroep te bevorderen?
Of je kunt hierbij specifiek inzoomen op een thema, bijvoorbeeld 'grensoverschrijdend gedrag', waaronder pesten, agressief en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Bepaal:
Ieder voor zich stelt een zoekertje op om het welzijn en de veiligheid binnen je organisatie te verbeteren. Noteer maximum 10 gedragingen voor elke doelgroep
Een voorbeeld:
Gezocht! Kinderen die:
Gezocht! Ouders die:
Aangeboden! Medewerkers die:
Bepaal de gouden regels van jouw organisatie:
Bepaal hoe je gewenst gedrag beloont en blijvend stimuleert. Voor een positief klimaat kun je brede preventieve acties op poten zetten. Maak bijvoorbeeld energie en budget vrij voor een training verbindend communiceren.
Bepaal ook de consequenties als iemand de regels niet naleeft. Link concreet gedrag niet meteen aan een vaste consequentie. De context, de frequentie en de intentie bepalen mee welke consequentie er volgt. Je kunt ervoor kiezen om deze wel of niet te concretiseren.
In het eerste geval schrijf je dan bijvoorbeeld: 'Sancties worden altijd in teamoverleg bepaald.' In het tweede geval maak je bijvoorbeeld een lijstje met mogelijke sancties:
Met een gedragscode geef je het mandaat om elkaar aan te spreken op gedrag. Zo ziet iedereen er mee op toe dat de gedragscode nageleefd wordt.
Geef weer hoe medewerkers, doelgroep en derden (vrienden, familie, bezoekers) elkaar kunnen aanspreken of hoe ze leuke of vervelende gebeurtenissen kunnen melden.
Je kunt de eindverantwoordelijkheid ook formaliseren. Meestal ligt die bij de directie of de leidinggevende.
Moet er een sanctie volgen? Leg dan vast wie de sanctie bepaalt en wanneer, en wie de sanctie uitspreekt en verder opvolgt.
Zet de code op papier en zorg voor een aangename en efficiënte communicatie. Houd er rekening mee dat niet iedereen een boodschap heeft aan alle aspecten van een gedragscode.
De kern kun je het best op een eenvoudige en tegelijk prikkelende manier aan de man brengen. Bijvoorbeeld met een poster met de gouden geboden, een quiz of een e-mailcampagne.
Ook stickers, bladwijzers of placemats met de belangrijkste gedragsregels kunnen werken. Laat je creativiteit de vrije loop.