Mijnheer Peeters krijgt per post het bericht dat hij, na een halfjaar durende procedure, zijn document mag ophalen. De brief is tegelijk zijn ophaalbewijs.
Op het secretariaat blijkt dat hij de brief vergeten is. De medewerkster wijst hem op de regels: het ophaalbewijs meenemen is verplicht. Nadat ze dit herhaaldelijk zegt, verheft mijnheer Peeters zijn stem, slaat met zijn hand hard op de balie en grist de papieren weg die op de balie liggen.
Hij verkreukt ze tot een prop en smijt die over de balie. De prop raakt een vaas, die breekt en het water loopt in de openstaande handtas van vrouw. Mijnheer Peeters kijkt geschrokken naar de medewerkster die verstijfd op haar stoel zit.