De domeinen waar je op inzet bij het opstellen van een seksueel beleid is afhankelijk van je organisatie. Ontdek hier de accenten die je voor jouw organisatie kan leggen.
Mogelijk liggen accenten anders in verschillende soorten organisaties. Zo zal je in residentiële voorzieningen meer rekening houden met slaap- en wassituaties, in onderwijs meer met educatie. In elke context kan je je afvragen wat de noden en mogelijkheden zijn van de doelgroep op het vlak van educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, zorg en begeleiding.
Deze gezondheidsmatrix van Gezonde School helpt je het overzicht te maken. Je kan markeren waar je al staat en wat nog kan verbeteren. Zo krijg je een visueel overzicht.
Hoe motiveren we gezond seksueel gedrag? Hoe kunnen we competenties van doelgroep en intermediairs versterken?
Individuen weerbaar maken betekent dat je in de opvoeding of begeleiding aandacht besteedt aan die elementen die ervoor kunnen zorgen dat de persoon zichzelf kan beschermen en niemand in gevaar brengt.
Enkele reflectievragen voor de doelgroep:
Enkele reflectievragen op teamniveau:
Hoe vertaal ik de visie van mijn organisatie in hoe we de omgeving inrichten? Is er een duidelijke omgangscultuur en accommodatie die het welbevinden en de bescherming van de doelgroep stimuleert?
Een incident kan soms leiden tot het opfrissen of herbekijken van de inrichting van de omgeving, groepsindeling, privacy, ...
Enkele reflectievragen:
Moedigen de afspraken en regels gezond seksueel gedrag aan?
Vaak is het nuttig bestaande afspraken en regels ter discussie te stellen en de doelgroep op hun niveau mee te laten reflecteren over hoe je die het best in praktijk brengt. Vaak worden regels eenzijdig opgesteld in functie van de efficiënte organisatie van de zorg of het aanbod, maar denkt men bij het opstellen van regels in verband met bijvoorbeeld gezamenlijke douchebeurten of toiletbezoek, nachtelijk toezicht, inrichting van de leefruimte of klas niet aan de beleving van de doelgroep zelf.
Enkele reflectievragen:
Zorg en begeleiding omvat het organiseren en uitvoeren van detectie (vb. herkennen van signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag), interventie (vb. begeleiden van de doelgroep na seksueel grensoverschrijdend gedrag) en kwaliteitsvolle verwijzing naar de zorg (vb. een wegwijzer maken voor gerichte doorverwijzing en hulpverlening).
Enkele reflectievragen: